Begrippenlijst
Barrett slokdarm | veranderingen van de wand van de slokdarm veroorzaakt door terugstromend maagzuur. |
boeren | lucht die via de mond ontsnapt. |
bovenste slokdarmkringspier | klepje tussen de keel en de slokdarm. |
brandend maagzuur | branderig gevoel achter het borstbeen of in de keel veroorzaakt door terugstromend maagzuur. |
chronisch hoesten | langdurige hoestklachten. |
duodenum | twaalfvingerige darm. |
gastric astma | astmaklachten veroorzaakt door terugstromend maagzuur. |
gastritis | ontsteking van het maagslijmvlies. |
gastro-oesofageale reflux | terugstromen van maagzuur de slokdarm in. |
gastroscopie | inwendig onderzoek van slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. |
Helicobacter pylori (Hp) | bacterie die maagzweer kan veroorzaken. |
hiatus hernia | gaatje in het middenrif (middenrifsbreukje). |
infectie | besmetting met een virus of bacterie. |
klachten | symptomen die horen bij een bepaald ziektebeeld. |
leefgewoonten | gewoontes die men heeft in het dagelijks leven. |
maagklachten | verzamelnaam voor alle klachten die te maken hebben met de maag. |
maagslijmvlies | binnenbekleding van de maagwand, die beschermt tegen de zure maaginhoud. |
maagzuur | zuur wat door de maag wordt gemaakt. |
maagzuur productie | de vorming van maagzuur door de maag. |
maagzuurklachten | klachten die door maagzuur kunnen ontstaan. |
maagzweer | beschadiging van het slijmvlies van de darm- of maagwand. |
middenrif | spier tussen de borst en de buik. |
middenrifsbreukje | gaatje in het middenrif. |
oesofagitis | ontsteking van de slokdarm. |
oesofagus | slokdarm. |
onderste slokdarmkringspier | klepje tussen de slokdarm en de maag. |
opgeblazen gevoel | een vol gevoel dat ontstaat door lucht in de maag of darmen. |
oprisping | het terugstromen van maagzuur en voedsel in de mond. |
reflux | terugstromen van zure maaginhoud naar de slokdarm. |
reflux oesofagitis | ontsteking van de slokdarm door terugstromen van maagzuur naar de slokdarm. |
refluxziekte | ziekte die ontstaat wanneer door terugstromend maagzuur klachten ontstaan die gevolgen hebben voor het dagelijks leven en / of wanneer maagzuur de slokdarm beschadigt. |
scoop | dunne buis met een camera voor onderzoek in bv de maag of darmen. |
slijmvlies | slijmlaag aan de binnenkant van de slokdarm, maag of darm. |
slokdarm | buis van 25 cm tussen mond en maag. |
spijsvertering | afbraak van voedsel. |
symptomen | klachten die passen bij een bepaald ziektebeeld. |
twaalfvingerige darm | eerste deel van de dunne darm dat aansluit op de maag. |
ulcus | zweer. |
ulcus duodeni | zweer van de twaalfvingerige darm. |
ulcus ventriculus | maagzweer. |
ventriculus | maag. |
zuurbinders | medicijnen die het maagzuur binden en neutraliseren. |
zuurbranden | branderig of pijnlijk gevoel achter het borstbeen of in de keel veroorzaakt door terugstromend maagzuur. |
zuurgraad van de maag | maat die aangeeft hoe zuur het is in de maag. De zuurgraad wordt uitgedrukt in pH. Maagzuur heeft een pH tussen 1 en 4. |
zuurremmers | medicijnen die de aanmaak van maagzuur remmen. |